Een student kan op jaarbasis 475 uren tegen verminderde sociale bijdragen werken. Meer uren werken is mogelijk, maar vanaf het 476 ste uur gelden de gewone sociale bijdragen. Voor de student betekent dit een lager nettoloon, maar ook voor de ouders kan dit belangrijke gevolgen hebben.
Kinderbijslag
Tot en met de maand waarin de student 18 jaar wordt, is er onvoorwaardelijk recht. Er kan tot die leeftijd dus worden gewerkt als student of werkstudent (> 475 uren), zonder dat het kinderbijslag komt te vervallen.
Vanaf de leeftijd van 18 jaar tot 25 jaar, is er ook nog recht op kinderbijslag wanneer er als student (max. 475 uren) wordt gewerkt. Van zodra de student werkt op basis van de gewone sociale bijdragen (‘werkstudent’), dan wordt gekeken naar het aantal uren tewerktelling per maand. Als de student meer dan 80 uren per maand werkt, gaat het Groeipakket (vroeger kinderbijslag) verloren.
Belastingen van de ouders
Om fiscaal ten laste te blijven van de ouders, speelt het inkomen (netto bestaansmiddelen) en de gezinssituatie (alleenstaande ouder/gehuwde ouders) een rol.
Als een student bruto meer verdient dan deze bedragen* (jaarbasis), dan betalen de ouders meer belastingen:
– 6.942,50 EUR, als de ouders samen worden belast
– 8.792,50 EUR, als de ouder alleen wordt belast
– 10.417,50 EUR, als de ouders alleen worden belast en de student andersvalide is
Deze bedragen* gelden enkel als de student geen andere bestaansmiddelen heeft dan het loon uit studentenarbeid én ook geen werkelijke beroepskosten aangeeft.
Twijfels? Vragen? Verspil niet langer jouw tijd en contacteer ons.
*Bron bedragen: www.studentatwork.be