Rond deeltijdse arbeid bestaat nog steeds heel wat verwarring. Daarom zetten we 5 belangrijke weetjes op een rijtje.
Deeltijdse arbeid is niet altijd halftijdse arbeid.
Deeltijds wordt vaak geïnterpreteerd als halftijds. Dat is niet altijd het geval. Deeltijdse arbeid is kort samengevat alle arbeid die niet voltijds is. Zelfs een uurtje minder dan voltijds valt dus onder deeltijdse arbeid.
Deeltijdse arbeid is minstens 1/3 van een voltijds uurrooster.
Vertrek steeds vanuit de uren die voltijdse medewerkers van dezelfde categorie in jouw onderneming presteren. Neem daar dan 1/3 van. Gaat dit bijvoorbeeld over een werkweek van 38 uren, dan moet er deeltijds minstens 12 uren en 40 minuten gepresteerd worden.
Studenten en schoonmaakpersoneel vallen niet onder die 1/3 regel.
Studenten en schoonmaakpersoneel mogen dus wel minder dan 1/3 van het voltijdse uurrooster tewerkgesteld worden.
Uitzondering 1/3de regel.
Hoezo minstens 1/3? Ik ken een collega-ondernemer die een medewerker in dienst heeft voor 8 uren per week. Hoe kan dat dan?
Inderdaad die collega werkt ook met een deeltijdse arbeidsovereenkomst, op basis van een uitzondering. Hierin voorzie je blokken van minstens 4 uren per dag volgens een vast uurrooster. Zo kan je bijvoorbeeld deze medewerker inschakelen op woensdag van 13 uur tot 17 uur en op vrijdag van 9 uur tot 13 uur. Zijn er tijdens een drukke periode bijkomende uren nodig? Dan kan dit enkel aansluitend op de uren van het voorziene werkrooster gebeuren. Niet op andere dagen of met springuren tussendoor. Voor deze uren betaal je dan een toeslag van 50% of 100%.
Bij een deeltijds contract betaal je minstens 1/3 van de voltijdse duur uit, ook als er minder uren gepresteerd worden.
Is dat echt allemaal zo strikt te nemen? Jazeker! Want als een deeltijdse medewerker minder dan 1/3 werkt, ben je toch verplicht om minstens 1/3 uit te betalen.
BizPlus staat je bij om de deeltijdse arbeid in jouw onderneming volledig correct te organiseren.
