Jouw werknemer maakt wel eens onkosten in het kader van de arbeidsovereenkomst. Parkeerkosten, verplaatsingen met de eigen wagen, internetgebruik tijdens thuiswerk, … Dit komt als een onkostenvergoeding op de loonbrief terecht. Deze vergoedingen zijn niet onderworpen aan RSZ. Daarom vormen ze een interessant extralegaal voordeel. Voor je medewerker zijn dit netto vergoedingen. Voor jou als werkgever zijn het aftrekbare kosten.
Hoe zet je de onkostenvergoedingen op de loonbrief?
Tot 2021 volstond het om een globale onkostenvergoeding op de loonbrief te vermelden. Sinds begin 2022 vraagt de fiscus meer details op de fiscale fiche. Dit om gerichtere controles uit te oefenen. Zorg dus zeker voor een correcte vermelding op de loonbrief. Hiervoor maak je een onderscheid tussen:
- Forfaitaire kosten op basis van ernstige normen
Dit zijn vaste kostenforfaits die door de fiscus worden aanvaard. Denk bijvoorbeeld aan de thuiswerkvergoeding van maximum 142,95 euro, het forfaitbedrag van 15 euro voor parkeerkosten, …
- Kostenvergoedingen op basis van werkelijke kosten
Deze vergoedingen zijn gebaseerd op bewijsstukken zoals facturen of bonnetjes die je van je medewerker ontvangt.
- Forfaitaire kosten niet op basis van ernstige normen
Hierbij gaat de onderneming zelf de vergoedingen bepalen op basis van gemiddelde onkosten van een vorige periode.
Betaal jij onkosten terug aan je medewerker maar staan ze niet (correct) op de loonbrief?
BizPlus helpt je verder om onkostenvergoedingen correct aan te geven.
Wil je geen enkele personeelstip missen? Volg ons op Facebook of op LinkedIn.