Voert jouw personeel op locatie werken uit in onroerende staat? En doen ze dit in een ploeg van minstens 2 personen? Dan is de kans groot dat je als werkgever een deel van de verschuldigde bedrijfsvoorheffing niet hoeft door te storten. De sectoren die hiervoor in aanmerking komen zijn globaal genomen PC 124 (bouwsector), PC 149.01 (elektriciens), PC111 (metaalsector), PC 126 (hout en stoffering), PC 144 (landbouw) en PC 121 (schoonmaak).
Indien alle hierna vermelde voorwaarden zijn vervuld, hoef je als werkgever voor 2019 6% van de verschuldigde bedrijfsvoorheffing niet door te storten aan de fiscus. Vanaf 2020 stijgt dit voordeel naar 18%.
Welke voorwaarden?
- De werken in onroerende staat gebeuren op locatie (bijv. werf).
- De medewerkers voeren de werken uit in één of meerdere ploegen van minstens 2 personen (werknemers of bedrijfsleiders) die hetzelfde of complementair werk doen qua omvang als qua inhoud. Studenten tellen niet mee.
- De betrokken medewerkers in ploeg ontvangen een bruto uurloon van minstens 13,99 EUR (bedrag 2019).
- De medewerkers moeten gedurende de betrokken maand minstens 1/3de van hun arbeidstijd in een ploeg hebben gewerkt.
Belangrijke opmerking: het begrip ‘ploeg’ wordt ruim bekeken. Van zodra minstens 2 personen hetzelfde of complementair werk uitoefenen zowel qua omvang als qua inhoud, dan vormen zij een ploeg. Opeenvolgende ploegen zijn dus niet vereist. Ook interimkrachten vallen onder deze fiscale gunstmaatregel.
In theorie kon dit fiscaal voordeel reeds vanaf 2018 (3%) worden toegepast, maar door onduidelijkheid in de wet was het in de praktijk niet uitvoerbaar. Deze maatregel kan dus met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2018 worden toegepast.
TIP:
Neem zeker contact op met jouw sociaal secretariaat om na te gaan of jouw onderneming in aanmerking komt. Je haalt er ongetwijfeld voordeel uit.